Hoofdstuk 7 – Bloedsomloop en shock

Doelstellingen van dit hoofdstuk

  1. Vertrouwd raken met de anatomie van de bloedsomloop
  2. Herkennen wat shock is en bewust zijn van de verschillende oorzaken.
  3. De mogelijke plaatsen van interne bloedingen en bloedverlies herkennen.
  4. Niet vergeten dat bloed ernstige virussen kan overdragen zoals HIV en hepatitis – draag dus handschoenen als je wondes en bloedingen behandelt

Inleiding

Het begrip “bloedsomloop” verwijst naar het hart dat zuurstofrijk bloed doorheen het lichaam pompt om de organen en de spieren te voorzien van zuurstof en dat tegelijkertijd kooldioxide en andere afvalstoffen afvoert naar de longen of nieren om uitgeademd of uitgeplast te worden.

Het hart pompt bloed door de gespierde slagaders onder druk – “de bloeddruk”. Slagaders hebben dikke gespierde wanden die deze druk goed verdragen en ze verspreiden bloed vanuit het hart doorheen het lichaam. Aders daarentegen hebben dunne wanden om bloed te verzamelen en terug te verplaatsen naar het hart onder lage druk. De organen van ons lichaam zijn afhankelijk van een normaal functionerende bloeddruk. Daarom beginnen de organen te falen als de bloeddruk daalt omdat er te weinig bloed circuleert door een bloeding of een onregelmatig kloppend hart. Als de organen niet meer normaal functioneren dan gaat ons lichaam in “shock”.