Over CPR

CPR is letterlijk het hart pletten tussen de wervelkolom en het borstbeen zodat er bloed uit geduwd wordt. Recent bewijs toont dat effeciënte CPR met minimale onderbrekingen cruciaal is om de overlevingskansen te vergroten.

Hartmassage geven tegen het juiste tempo en met voldoende kracht is zeer vermoeiend. Hoe vermoeider je wordt, hoe slechter de kwaliteit van je hartmassage zal zijn. Teamwork is daarom essentieel, je kan afwisselen met omstaanders die opgeleid zijn om CPR toe te passen en je kan zelfs afwisselen met iemand zonder ervaring als je hem “coacht”. Samenwerken is sowieso beter dan één eenzame vermoeide hulpverlener.

Richtlijnen van de European Resuscitation Council (ERC) en richtlijnen van de American Heart Association (AHA)

De reanimatierichtlijnen werden gebaseerd op empirisch onderbouwd onderzoek en de algemene consensus van het International Liaison Committee on Resuscitation (ILCOR). Hoewel alle richtlijnen gebaseerd werden op proefondervindelijk onderzoek en de consensus zijn van een expertengroep, zijn er toch enkele kleine verschillen tussen de richtlijnen van de European Resuscitation Council (ERC) en de richtlijnen van de American Heart Association (AHA). De hoofdboodschap blijft hetzelfde, onafhankelijk van welke richtlijnen je volgt: de focus ligt op goede CPR en snelle defibrillatie.

Goede CPR geven bestaat uit:

  • Compressies tegen een tempo van 100 per minuut.
  • Minimaal vijf centimeter induwen.
  • Maximaal contact behouden met slachtoffer / minimale onderbrekingen van de hartmassage
  • Laat de borstkas volledig zijn normale positie opnieuw aannemen.

Uit onderzoek blijkt dat leken het moeilijk vinden om een hartstilstand te herkennen omdat een agonale ademhaling hen afleidt. Veel slachtoffers met een hartstilstand wordt geen CPR gegeven omdat de omstanders de hartstilstand niet als zodanig herkennen en omdat ze schrik hebben iets verkeerds te doen. Met dit in gedachte, besloot de AHA om hun richtlijnen van 2010 aan te passen en de techniek om de luchtwegen vrij te maken (hoofd kantelen, kin opheffen) te verwijderen als starthandeling. Als leekhulpverlener moet je controleren of de omgeving veilig is vooraleer je het slachtoffer benadert. Tik dan op de schouder van het slachtoffer en kijk naar zijn reactie. Als er geen reactie komt, verwittig dan de hulpdiensten en vraag om een AED te brengen. Onderzoek dan de borstkas op een normale ademhaling. Als het slachtoffer niet normaal ademt, plaats dan de palm van één hand bovenop de andere hand in het midden van de borstkas en begin dan onmiddellijk met hartmassage. De volgorde wijkt hier licht af van die van de ERC. De hulpverlener gaat verder met CPR tegen een tempo van 30 compressies en twee beademingen. Als de AED ter plaatse is, bevestig dan de AED. 30 compressies en twee beademingen zijn hetzelfde in zowel de richtlijnen van de ERC als die van de AHA. De AHA zegt dat het compressietempo minimaal 100 compressies is, maar ze geven geen bovengrens.

Het is belangrijk dat je onthoudt, onafhankelijk van welke richtlijnen je volgt, dat je geen kwaad kan doen met CPR te geven aan een bewusteloos slachtoffer. Als er geen AED beschikbaar is, doe dan verder met compressies en mond-op-mondbeademing totdat je de zorg over het slachtoffer kunt doorgeven aan de hulpdiensten. Onthoud dat ononderbroken hartmassage de overlevingskansen van het slachtoffer vergroten.

Als je liever geen mond-op-mondbeademing aan een slachtoffer wil geven, dan is hartmassage met “alleen de handen” nog steeds de beste optie voor het slachtoffer. CPR geven verdubbelt de overlevingskansen van het slachtoffer.