Hoe moet Activate gebruikt worden?

Opstelling

Activate kan toegepast worden aan het begin van een training, tijdens een training en als onderdeel van de warming-up voor een wedstrijd. Als de spelers en trainers eenmaal vertrouwd zijn met de oefeningen, duurt het jeugdprogramma ongeveer 15-20 minuten en het programma voor volwassenen 20-25 minuten.

Het programma begint met een warming-up op basis van renoefeningen, gevolgd door oefeningen om kracht, vermogen, mobiliteit, de balans van de benen en controle bij het landen en richting veranderen te trainen en ontwikkelen. Hoewel de oefeningen bij voorkeur uitgevoerd worden op een ruim (kunst)grasveld, is een slipvaste binnenvloer (bijvoorbeeld in een sporthal) ook geschikt. Trainers moeten altijd controleren of er geen potentiële gevaren zijn op de plek waar de spelers de oefeningen doen.

Voorbeeldveld voor Activate:

Voor Activate zijn slechts een paar hulpmiddelen nodig. Er staan alleen een paar pylonen op het veld om aan te geven waar de oefeningen uitgevoerd worden. Veel oefeningen van Activate worden individueel of in koppels uitgevoerd. De oefeningen waarbij gerend wordt, zijn groepsoefeningen. Trainers kunnen er ook voor kiezen om rugbyballen of ander beschikbaar materiaal te gebruiken, als ze het idee hebben dat bepaalde oefeningen hierdoor doelmatiger en leuker worden voor de spelers. Als spelers een activiteit binnen een bepaalde tijd moeten uitvoeren (bijvoorbeeld dertig seconden), is het beter als iemand anders dan de trainer de tijd bijhoudt, bijvoorbeeld de assistent-trainer of een speler die niet aan het onderdeel meedoet. Zo kan de trainer zich richten op de techniek van de spelers.

Progressie

Activate bestaat uit verschillende progressieve niveaus (Jeugd – vier niveaus; Volwassene – zeven niveaus). Spelers moeten het programma aan het begin van de voorbereiding van het seizoen gaan gebruiken, maar kunnen het programma ook later in het seizoen gaan gebruiken. Als ze later in het seizoen beginnen, moeten alle spelers nog steeds op het startniveau van het programma beginnen en de fasen verder doorlopen.

Oefeningen zijn ontworpen om uitdagender te worden bij het doorlopen van de niveaus om de fysieke vaardigheden van spelers uit te dagen en te ontwikkelen. Spelers hebben over het algemeen zes tot acht weken nodig voor elk niveau (12-16 sessies per niveau als het programma twee keer per week wordt gebruikt) om een ​​geschikt niveau van controle, balans en techniek te ontwikkelen met de oefeningen voordat ze naar een nieuw niveau gaan. Bepaalde oefeningen kunnen ook binnen elk niveau worden aangepast aan de behoeften van individuele spelers binnen de groep, door de uitdaging te vergroten of te verkleinen.

Structuur jeugdprogramma

Elke niveau van het jeugdprogramma bestaat uit 4 onderdelen en in totaal 12 oefeningen.

Structuur volwassenenprogramma

Elke niveau van het programma voor volwassenen bestaat uit 4 onderdelen en in totaal 16 oefeningen.